Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine



Editoriaal: Is academische geneeskunde te koop?


Minerva 2000 Volume 29 Nummer 6 Pagina 264 - 265

Zorgberoepen




Deze titel van een editoriaal van de New England Journal of Medicine1 werd zeer concreet voor België nu de Cox-2 selectieve preparaten met een barnumreclame worden gepromoot: dit is het recht van de farmaceutische industrie2. Een collega-huisarts wees me op een bijvoegsel bij een gratis weekblad voor huisartsen: professoren uit alle universiteiten, mét foto, worden uitgebreid geïnterviewd en spreken van een revolutie in de ontwikkeling van minder toxische NSAID’s. De keuze voor Cox-2 selectieve NSAID’s bij artrose en reumatische afwijkingen lijkt nu evident: een éénstemmig standpunt van enkele professoren dient huisartsen en specialisten over de streep te halen. Hierbij zijn een tweetal bedenkingen te maken. Enkele jaren geleden werd deze manier van informatie overbrengen door weinigen in vraag gesteld. In deze tijd van evidence based medicine gaan studenten en artsen zich minder en minder afvragen wie het zegt, maar wel waarop de "autoriteit" steunt om dit te verklaren: bronnen worden meestal niet vermeld in de gratis pagina’s. Dit is het einde van een tijdperk. Rond dezelfde tijd verscheen in dit tijdschrift een bijdrage over de Cox-2 selectieve NSAID’s3 waar duidelijk werd gesteld dat rofecoxib geen eerste keus is in de behandeling van artrose en celecoxib niet voor reuma: dit werd grondig onderbouwd. Ook het zusterblad La Revue Préscrire komt in haar uitgave van juli 2000 tot hetzelfde besluit4. De arts dient dus een keuze te maken in zijn bronnen en zijn dagelijkse praktijk hierop af te stemmen. Voor Minerva (Huisarts Nu) en La Revue Préscrire dient wel betaald te worden. Maar er is een tweede bedenking: hoe komt het dat professoren in een gratis blad een bepaald product aanprijzen? BODENHEIMER in The New England Journal of Medicine gaat hier uitgebreid op in5. Aanleiding was het feit dat dit tijdschrift als één van de eerste eiste dat de auteurs hun "conflict of interest" kenbaar maakten. Dit had als gevolg dat men bijvoorbeeld voor een editoriaal over antidepressiva bijna geen onafhankelijke psychiaters meer vond: de meesten kregen nog permanente opdrachten van de industrie. Uit onderzoek blijkt ook dat deze researchers met banden met de farmaceutische industrie méér gunstige rapporten afleveren over nieuwere producten dan onafhankelijke onderzoekers. Het zou dus goed zijn dat niet alleen in wetenschappelijke tijdschriften, maar ook in deze gratis bladen het "conflict of interest" wordt aangegeven van de experts en/of professoren, zodat het voor de lezer duidelijk wordt wat hij of zij hiervan moet denken. Sommige universiteiten zoals Harvard gaan een stapje verder en hebben richtlijnen die de financiële bindingen tussen professoren en de industrie regelen1. Maar dit is alleen zinvol, ook in België, als alle universiteiten samen een morele code hiervoor opstellen. Hiervan dienen universiteiten dringend werk te maken. We kunnen alleen maar hopen dat ook de minister het "conflict of interest" kent van alle professoren die in de erkenningscommissie voor geneesmiddelen zetelen. In alle geval geven de redactieleden het voorbeeld. In het volgende nummer beloven we een overzicht hiervan te geven. Voorlopig beperken we ons tot de auteur van dit editoriaal.

 

M. De Meyere

 

Literatuur

  1. ANGELL M. Is academic medicine for sale? N Engl J Med 2000;342:1516-8.
  2. ANGELL M. The pharmaceutical industry: to whom is it accountable? N Engl J Med 2000;342:1202-4.
  3. BODENHEIMER T. Uneasy alliance. Clinical investigators and the Pharmaceutical Industry. N Engl J Med 2000;342:1539-44.
  4. Rofecoxib, un antalgique ains décevant. Rev Préscr 2000;20:483-8.
  5. VAN DRIEL M, ART B, SOENEN K. De nieuwe Cox-2-selectieven: een aanwinst? Huisarts Nu (Minerva) 2000;29(5):225-9.
Editoriaal: Is academische geneeskunde te koop?

Auteurs

De Meyere M.
Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, UGent
COI :

Woordenlijst

Codering





Commentaar

Commentaar