Resultaat van de auteur


Crismer A.
Département Universitaire de Médecine Générale, Université de Liège
13 artikel(s) - 5 bondige bespreking(en)


Deze cohortstudie suggereert dat een leeftijdsafhankelijk criterium om chronische nierinsufficiëntie te bepalen de overdiagnose kan verminderen, maar dat het effect van deze nieuwe criteria op het vlak van vermeden morbiditeit en mortaliteit niet bepaald kan worden. In afwachting van verder onderzoek moet men bewaken dat patiënten ouder dan 65 jaar met chronische nierinsufficiëntie in stadium 3A zonder albuminurie niet overgemedicaliseerd worden.

Ondanks de moeilijkheden, beperkingen en bias die kwamen kijken bij het verzamelen en vergelijken van betrouwbare gegevens in zo'n groot aantal zeer variabele settings over zo'n lange periode, suggereert deze prospectieve cohortstudie dat een hoge consumptie van geraffineerde granen geassocieerd is met een hoger risico van mortaliteit en ernstige cardiovasculaire gebeurtenissen. In tegenstelling tot andere studies, werd er geen verband gevonden tussen een hoge consumptie van volle granen en een verminderd risico van cardiovasculaire aandoeningen, kanker en overlijden.

Deze studie, die een combinatie is van een kwantitatieve en kwalitatieve benadering, is methodologisch correct opgezet. Uit de analyses kwamen drie factoren naar voren die drie verschillende gezichtspunten vertegenwoordigen van patiënten met multimorbiditeit voor wat het belang betreft van patiëntgerichte zorg in de eerstelijn. De eerste groep, die bereid is om proactief met de huisarts te overleggen, vraagt om betrokken te zijn bij beslissingen en wil omringd worden door een goed gecoördineerd multidisciplinair team; de tweede groep vraagt om gecoördineerde, respectvolle en ondersteunende zorg; de derde fragiele groep vertrouwt op de zorgverlener en vraagt vooral om respect. Deze studie toont dus aan dat de verwachtingen van patiënten met betrekking tot een patiëntgerichte zorgaanpak variëren. Het is belangrijk om hier aandacht aan te besteden, wetende dat door de wisselwerking tussen patiënt en zorgverlener deze verwachtingen kunnen evolueren.

Deze systematische review met meta-analyse bevestigt de eerdere conclusies van Minerva, namelijk dat bij bejaarde patiënten die lijden aan chronische musculoskeletale pijn het gebruik van opioïden weinig positieve klinische effecten oplevert maar hen wel blootstelt aan een significant hoger risico van ongewenste effecten.

Deze systematische review met zeer heterogene studies en met inclusie van vooral diabetespatiënten, brengt geen bewijs aan voor de werkzaamheid van zelfmanagement bij chronisch zieke, sociaaleconomisch zwakkere patiënten.

Impact van gastrostomie op de kwaliteit van leven bij patiënten en hun mantelzorgers

Crismer A.

Minerva 2017 Vol 16 nummer 7 pagina 176 - 179


Deze prospectieve, multicenter, mixed-methods cohortstudie toont aan dat de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven bij patiënten en mantelzorgers na gastrostomie niet verbetert, maar wel stabiliseert. De studie wijst op het belang van informatie en ondersteuning van patiënten en mantelzorgers en bevestigt dus de resultaten van vroegere studies en van de richtlijnen over dit onderwerp.

Deze systematische review brengt geen bewijs aan voor het nut van hoge doses (210 tot 225 gram per dag) versus lage doses volle graanproducten voor de preventie van cardiovasculaire morbiditeit en globale mortaliteit, maar de resultaten zijn voor discussie vatbaar. De dagelijkse aanbevolen dosis dient nog bevestigd te worden in verder onderzoek. Volkoren brood, volle granen, alle ontbijtgranen en zemelen zijn het meest effectief voor de vermindering van het cardiovasculaire risico en van het risico van vroegtijdige globale mortaliteit.

Deze systematische review met meta-analyse van observationele studies toont een mogelijk verband aan tussen een toename van de cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit en industrieel geproduceerde transvetzuren. Tussen cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit en verzadigde vetzuren is er echter geen verband vastgesteld. Er is evenmin een verband aangetoond tussen de incidentie van type 2-diabetes en de consumptie van verzadigde vetzuren of transvetzuren.

Multimorbiditeit: een uitdaging voor de huisarts en het gezondheidszorgsysteem

Belche J.L. , Crismer A.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 3 pagina 55 - 57

Redt screening van asymptomatische volwassenen mensenlevens?

Crismer A.

Minerva 2015 Vol 14 nummer 7 pagina 79 - 80


Dit systematisch literatuuroverzicht met verschillende methodologische beperkingen toont aan dat screening met de actueel beschikbare methoden op ziekten die dikwijls fataal aflopen, leidt tot een daling van de specifieke mortaliteit. Zelden of nooit is er een effect op de globale mortaliteit vastgesteld. Dit nieuwe literatuuroverzicht bevestigt wat vroeger al is vastgesteld en brengt geen nieuwe elementen aan. De publicatie onderlijnt het belang om telkens de balans op te maken tussen voordelen en risico’s vooraleer een nieuwe screeningstest voor te stellen en om, in het voordeel van de patiënt, die test continu te evalueren.

Deze RCT bij de algemene bevolking in Denemarken toont geen gunstig effect aan van systematische screening op cardiovasculaire risicofactoren gevolgd door regelmatige, individuele leefstijladviezen, op de incidentie van ischemische hartziekte, CVA en globale mortaliteit na 10 jaar.

Preventief antibiotica toedienen om infecties te vermijden bij brandwonden?

Crismer A.

Minerva 2014 Vol 13 nummer 7 pagina 82 - 83


Deze systematische review van studies met merendeels een hoog risico van bias, brengt geen bewijs aan dat antibiotica nuttig zijn voor de preventie van infecties bij brandwonden en toont aan dat zilversulfadiazine het risico van infecties zelfs kan verhogen.

Depressie resistent aan antidepressiva: cognitieve gedragstherapie toevoegen?

Crismer A.

Minerva 2013 Vol 12 nummer 7 pagina 86 - 87


Ondanks enkele beperkingen, toont deze studie van goede methodologische kwaliteit aan dat er argumenten zijn om cognitieve gedragstherapie (uitgevoerd in kwaliteitsvolle omstandigheden) aan te moedigen bij patiënten met een depressie die resistent is aan antidepressiva.

Fibromyalgie: werkzaamheid van niet-medicamenteuze behandelingen op de pijn?

Crismer A.

Minerva 2012 Vol 11 nummer 7 pagina 82 - 83


Deze RCT van beperkte methodologische kwaliteit toont aan dat bij patiënten met chronische, diffuse pijn in het kader van fibromyalgie, het toevoegen van telefonische cognitieve gedragstherapie, conditietraining of beide interventies samen aan de gebruikelijke zorg, na 6 en 9 maanden een gunstig effect heeft op de subjectieve verbetering van de gezondheid, maar niet op andere criteria zoals Quality Adjusted Life Years (QALY).

Post CVA: kinesitherapie na meer dan zes maanden?

Crismer A.

Minerva 2011 Vol 10 nummer 9 pagina 110 - 111


Op basis van deze meta-analyse lijkt het nuttig om na een CVA de klassieke kinesitherapie langer dan zes maanden verder te zetten. Duidelijke conclusies voor de praktijk zijn echter niet mogelijk omwille van de talrijke methodologische beperkingen van de geïncludeerde studies en de heterogeniteit van de geïncludeerde onderzoekspopulatie (met ook soms zeer weinig patiënten per studie).

Cervicale radiculopathie: halskraag, kinesitherapie of afwachtende houding?

Crismer A.

Minerva 2010 Vol 9 nummer 7 pagina 80 - 81


Deze studie onderzoekt het effect van een halfharde halskraag én rust en van kinesitherapie bij recent ontstane cervicale radiculopathie. In vergelijking met een afwachtende houding zijn beide interventies statistisch significant effectiever tijdens de eerste zes weken, maar de klinische relevantie van de gevonden verschillen is twijfelachtig. Na zes maanden is er geen verschil meer tussen de interventies.

Deze gerandomiseerde studie toont geen verschil aan op middellange termijn tussen perifeer arteriële revascularisatie en loopoefeningen onder supervisie voor de aanpak van claudicatio intermittens, niettegenstaande het vroegtijdige voordeel van revascularisatie, dat reeds aangetoond is in een vroegere systematische review.

Behandeling van menstruele migraine

Chevalier P. , Crismer A.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 3 pagina 28 - 29


Deze systematische review vindt weinig studies over behandeling van of preventie van aanvallen van menstruele hoofdpijn. Alleen voor triptanen zijn meta-analyses mogelijk. De conclusies komen overeen met de aanbevelingen van de meest recente richtlijnen. Ook deze laatste zijn gebaseerd op hetzelfde beperkte aantal studies (één per geneesmiddel) met meestal weinig patiënten.