Tijdschrift Minerva volume 9 nummer 2 maart 2010




Gepersonaliseerde farmacotherapie en evidentie

Pagina 13 - 13 

Michiels B.  


Orale anticonceptiva voor functionele ovariumcysten?

Pagina 14 - 15 

Belche J.L.  

Dit systematisch literatuuroverzicht van RCT’s over het nut van anticonceptiva voor de behandeling van functionele ovariumcysten bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd, toont aan dat er weinig studies beschikbaar zijn en dat hun methodologische kwaliteit ondermaats is. Er is dus geen bewijs over het nut van deze behandeling voor een aandoening die in de meeste gevallen spontaan geneest.


Kan mindfulness-based cognitieve therapie herval van depressie voorkomen?

Pagina 16 - 17 

Pieters G.  

Deze studie besluit dat MBCT een haalbaar alternatief is voor de voortzetting van de antidepressieve behandeling als preventie van herval bij patiënten met recidiverende depressies. Omdat er behalve voor enkele secundaire uitkomstmaten geen significante verschillen tussen beide behandelingen aangetoond zijn, hangt de keuze van behandeling af van de voorkeur van de patiënt en van het regionale zorgaanbod.


Patellofemoraal pijnsyndroom: voetorthesen of kinesitherapie?

Pagina 18 - 19 

Chevalier P.  

Deze studie toont op korte termijn (zes weken) een gunstig effect aan van aanpasbare geprefabriceerde voetorthesen versus kinesitherapie of inlegsteunzolen voor de behandeling van het patellofemorale pijnsyndroom bij volwassenen. Na 12 en 52 weken verdwijnt echter de meerwaarde van voetorthesen. We zien een gunstige evolutie met alle behandelingen, maar we kunnen de resultaten niet vergelijken met de spontane evolutie (zonder behandeling).


Thuisrevalidatie na ziekenhuisopname?

Pagina 20 - 21 

Vanderstraeten G.  

Deze studie toont aan dat ambulante ziekenhuisrevalidatie op het vlak van functionaliteit niet significant verschilt van thuisrevalidatie bij oudere patiënten na ziekenhuisopname voor neurologische of locomotorische aandoeningen. Er zijn wel significant minder herhospitalisaties bij thuisrevalidatie, maar over de waarde van deze uitkomstmaat kan men vragen stellen.


Screening van abdominaal aneurysma

Pagina 22 - 22 

Chevalier P.  

Een eenmalige screening bij mannen van 65 tot 74 jaar door echografie met gestructureerde follow-up leidt tot een daling van de ziektespecifieke mortaliteit door geruptureerde aneurysma’s tien jaar na inclusie. Het effect op de daling van de totale mortaliteit blijft onzeker. De plaats van een dergelijke screening moet afgewogen worden binnen het kader van een federale of communautaire programmatie.


Streefbloeddruk voor hypertensiebehandeling

Pagina 22 - 22 

De Cort P.  

Een conventionele bloeddruk van140/90 mmHg is een perfecte streefbloeddruk voor patiënten met hypertensie zonder diabetes en/of nierfalen. Dit sluit aan bij de herziene aanbeveling voor goede medische praktijk ‘hypertensie’ van Domus Medica (6).


Testen voor colorectale kanker en geneesmiddelen met risico van gastro-intestinale bloedingen

Pagina 23 - 23 

Chevalier P.  

De resultaten van deze studie tonen aan dat voor screening van colorectale kanker, aspirine en NSAID’s geen invloed hebben op de accuraatheid van een immunochemische test voor de opsporing van specifiek humaan hemoglobine in de stoelgang. Het nut van de test voor screening op bevolkingsniveau moet nog nader onderzocht worden.


CT-scan voor screening van colorectale kanker

Pagina 23 - 23 

Chevalier P.  

Dit systematisch literatuuroverzicht besluit dat de CT-scan even accuraat is als coloscopie voor het opsporen van colorectale kanker en van poliepen groter of gelijk aan 10 mm, maar minder voor het opsporen van kleinere poliepen. Omwille van de heterogene en methodologisch zwakke studies, worden de huidige Belgische aanbevelingen niet in vraag gesteld.


COPD: inhalatiecorticosteroïden en pneumonie

Pagina 24 - 24 

Chevalier P.  

Voor behandeling van COPD verhoogt het chronische gebruik van inhalatiecorticosteroïden hoogst waarschijnlijk het risico van pneumonie. Het staat nog niet vast of budesonide hierop een uitzondering is.


Nut van LABA voor persisterend astma bij kinderen en adolescenten

Pagina 24 - 24 

Chevalier P.  

Behalve voor sommige respiratoire parameters is het niet bewezen dat het toevoegen van LABA aan inhalatiecorticosteroïden effectiever is dan placebo of een verdubbeling van de dosis inhalatiecorticosteroïden bij kinderen van 4 tot 19 jaar met astma, niet onder controle met inhalatiecorticosteroïden alleen.