Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine



Obstipatie bij ouderen: hoe te behandelen?


Minerva 2001 Volume 30 Nummer 9 Pagina 429 - 430

Zorgberoepen


Duiding van
PETTICREW M, WATT I, BRAND M. What’s the ‘best buy’ for treatment of constipation? Results of a systematic review of the efficacy and comparative efficacy of laxatives in the elderly. Br J Gen Pract 1999;49:387-93.


Besluit
Wegens gebrek aan goed onderbouwde studies kan er geen wetenschappelijk gefundeerde keuze worden gemaakt in de aanpak van obstipatie bij bejaarden. Bovenstaande studie adviseert daarom een empirische aanpak waarbij niet-medicamenteuze middelen en de voorkeur voor goedkope producten centraal staan.


 

Minerva Kort biedt u korte commentaren op publicaties die door de redactie van Minerva zijn geselecteerd. Interessante en voor huisartsen relevante studies die niet direct in een ruimer kader kunnen of moeten worden besproken, krijgen een plaats in deze rubriek. Iedere selectie wordt kort samengevat en van enkele regels commentaar voorzien door een referent. De redactie van Minerva wenst u veel leesgenot.

 

Samenvatting

 

Obstipatie is een veel voorkomend probleem in de algemene populatie. De prevalentie bij de bejaarde thuiswonende populatie bedraagt ongeveer 20%. Bij de residentiële groep van bejaarden ligt deze prevalentie waarschijnlijk nog een stuk hoger. Bovendien heeft obstipatie in vele gevallen een belangrijke impact op de levenskwaliteit van deze bevolkingsgroep. Het gebruik van laxeermiddelen neemt toe met de leeftijd en vertegenwoordigt in Engeland ondertussen een kost die hoger ligt dan de uitgaven voor antihypertensiva. Dit kostenplaatje neemt trouwens alsmaar toe, enerzijds wegens het toenemend gebruik, anderzijds wegens het vaker voorschrijven van nieuwe en duurdere laxeermiddelen.

 

Deze review tracht aan de hand van een systematisch overzicht van alle gerandomiseerde klinische studies (RCT’s) over de effectiviteit van laxeermiddelen bij de bejaarde populatie een aanbeveling te formuleren over de ‘beste koop’ in de behandeling van obstipatie bij deze bevolkingsgroep.

De auteurs selecteerden een twintigtal studies die elk op hun methodologische kwaliteit werden gescoord. Inclusiecriteria gingen over leeftijd (ouder dan 55 jaar) en uitkomst (defecatiefrequentie, stoelgangconsistentie en pijn). Een tiental studies vergeleek een laxeermiddel met placebo of gewone voeding. Een ander tiental vergeleek laxeermiddelen onderling. In een tweetal studies werden voornamelijk de kosten en baten geanalyseerd.

Deze review vond slechts beperkte evidentie voor de veronderstelling dat laxeermiddelen ook effectief obstipatie verbeteren bij de bejaarde populatie. Er was weinig of geen evidentie wat een mogelijk verschil in werkzaamheid tussen de verschillende laxeermiddelen onderling betreft. Enige onderbouwing voor de toenemende trend van voorschrijven van duurdere (contact)laxativa werd niet teruggevonden.

Aan de hand van het beschikbare materiaal kunnen de auteurs bijgevolg geen aanbeveling over een ‘beste koop’ formuleren.

 
 

Bespreking

 

Het ontbreken van een bruikbare eindconclusie is ongetwijfeld mee het gevolg van ernstige methodologische tekortkomingen van de meeste trials die in deze review zijn opgenomen. Vele zijn niet dubbelblind in opzet, bespreken niet op gestandaardiseerde wijze mogelijke bijwerkingen en zijn zo klein in opzet dat ze gebrek hebben aan statistische kracht (power). Bovendien kunnen ernstige vragen worden gesteld over de klinische relevantie van de gehanteerde ‘outcome’-variabelen, zoals stoelgangfrequentie.

De plaats van niet-medicamenteuze maatregelen, zoals toename in vochtinname, wordt helaas in deze review niet besproken.

 

Over de aanpak van obstipatie bij patiënten in een andere setting, namelijk palliatieve patiënten, verrichtte de werkgroep Huisartsenformularium van het OCMW Gent recent een literatuurstudie 1 . Zij komen tot de conclusie dat bij voorkeur een osmotisch laxativum als onderhoudsbehandeling wordt gegeven (sorbitol omwille van de zeer gunstige prijs en het gebruiksgemak). Indien dit onvoldoende is, kan in de volgende stap van de behandeling intermitterend een contactlaxativum (type bisacodyl) worden toegevoegd, waarbij de kostprijs een richtlijn is voor de specifieke productkeuze.

 

Deze resultaten mogen echter niet geëxtrapoleerd worden naar de bejaarde populatie. In afwachting van beter en meer studiemateriaal breken de auteurs van de review bij de bejaarde populatie een lans voor een empirische, stapsgewijze aanpak van obstipatie. Op de eerste plaats moet daarbij de aandacht gaan naar de niet-medicamenteuze aanpak en het voorschrift van voornamelijk goedkope middelen. Het blijft evenwel verbazend dat over zo’n veel voorkomend probleem zo weinig evidentie beschikbaar is en dat een aanbeveling over keuzes niet kan worden geformuleerd.

 

Belangenvermenging/financiering

Niet vermeld

  

 

Besluit

 

Wegens gebrek aan goed onderbouwde studies kan er geen wetenschappelijk gefundeerde keuze worden gemaakt in de aanpak van obstipatie bij bejaarden. Bovenstaande studie adviseert daarom een empirische aanpak waarbij niet-medicamenteuze middelen en de voorkeur voor goedkope producten centraal staan.

 

Literatuur

1. http://www.farmaka.be/gb_ne.htm

Obstipatie bij ouderen: hoe te behandelen?

Auteurs

Declercq T.
huisarts ; Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, UGent
COI :

Trefwoorden

laxativum, obstipatie, placebo

Woordenlijst

Codering





Commentaar

Commentaar