Resultaat op trefwoord : 'metoprolol'


Aantal resultaten : 4 artikel(s) - 1 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze meta-analyse vergelijkt de werkzaamheid van carvedilol met deze van andere β1-selectieve bèta-blokkers en toont op het vlak van mortaliteit een voordeel aan van carvedilol ten opzichte van metoprolol zonder vertraagde vrijstelling, wat we al wisten naar aanleiding van de COMET-studie. Behalve de winst van metoprololtartraat op het vlak van mortaliteit in één studie, die met haar relatieve gewicht de meta-analyse volledig domineert, kon men bij patiënten met hartfalen voor geen enkel eindpunt een meerwaarde aantonen van carvedilol versus de andere bèta-blokkers. Ook na een acuut myocardinfarct had carvedilol voor geen enkel eindpunt een meerwaarde. Deze meta-analyse brengt geen argumenten aan om de huidige richtlijnen te wijzigen.

Carvedilol versus metoprolol bij chronisch hartfalen

Lemiengre M. , Lemiengre M.B.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 5 pagina 70 - 72


Deze studie toont aan dat bij patiënten met chronisch hartfalen (NYHA-klasse II en III) carvedilol in de bestudeerde dosis (2 x 25 mg/dag) een grotere reductie van mortaliteit geeft dan metoprololtartraat in de bestudeerde dosis (2 x 50 mg/dag). De galenische vorm (snelwerkend) van metoprololtartraat die in deze studie werd gebruikt, is niet beschikbaar in België. Deze studie bevestigt wat reeds bekend is over ß-blokkers bij chronisch hartfalen: metoprolol, bisoprolol en carvedilol verlengen de overleving van patiënten met chronisch hartfalen.

Metoprolol bij chronisch hartfalen

Duprez D.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 7 pagina 318 - 321


Het is aangewezen om bij patiënten jonger dan 80 jaar met klinisch gestabiliseerd hartfalen (NYHA-klasse II en III) met een linkerventrikel systolische disfunctie (ejectiefractie ≤ 40%) die behandeld worden met een ACE-inhibitor, een diureticum en eventueel digoxine, voorzichtig een ß-blokker op te starten (carvedilol, bisoprolol, metoprolol slow release). Dit kan thuis door de huisarts in samenspraak met de specialist gebeuren. De contra-indicaties voor een ß-blokker dienen zorgvuldig te worden geëvalueerd. Men zal een voorzichtig titratieschema toepassen waarbij de dosis om de twee weken wordt verdubbeld onder nauwkeurige controle van hartfrequentie, bloeddruk en lichaamsgewicht, tot de streefdosis wordt bereikt. Tijdens het optitreren moet men vooral bedacht zijn op hypotensie, bradycardie, vochtretentie en toename van andere verschijnselen van hartfalen. Van belang is dat de inspanningstolerantie en klachten van dyspnoe en vermoeidheid initieel kunnen verslechteren. Uit deze studie kan niet worden afgeleid of het toevoegen van een ß-blokker aan de standaardbehandeling bij hoogbejaarde patiënten met hartfalen (> 80 jaar) is aan te bevelen.

Nieuwe versus oude antihypertensiva bij bejaarden

De Cort P.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 6 pagina 269 - 271


Deze studie onderzoekt slechts een geselecteerde populatie op niet-dubbelblinde wijze. De conclusie komt al dan niet toevallig overeen met de richtlijnen van de NHG-Standaard. Deze beveelt aan om bij hypertensie zonder comorbiditeit (thiazide)diuretica of ß-blokkers als eerste keus voor te schrijven.

Hoe te stoppen met roken

Boudrez H.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 6 pagina 251 - 253


De meest zinvolle preventieve maatregel die een huisarts kan nemen, is het motiveren tot rookstop en het professioneel begeleiden van degenen die willen stoppen met roken. Dit is een elementaire plicht van de (huis)arts. Bij de begeleiding van het rookstopproces kunnen de verschillende vormen van nicotinesubstitutie behulpzaam zijn. De effectiviteit van nicotinekauwgom, nicotine-bevattende transdermale systemen, intranasale nicotinespray en inhalatie- nicotines is bewezen. Alle andere medicamenteuze behandelingen lijken ofwel niet effectief (benzodiazepines, b -blokkers, lobeline, acupunctuur, zilveracetaat), hebben te veel bijwerkingen (clonidine), of zijn nog te weinig onderbouwd met goede studies (antidepressiva).