Resultaat op trefwoord : 'behandelingsstop'


Aantal resultaten : 6 artikel(s) - 6 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)

Antidepressiva verminderen het risico van herval maar succesvol stoppen is wel mogelijk

Van Leeuwen E. , Christiaens T.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 6 pagina 132 - 135


Uit deze methodologisch goed uitgevoerde dubbelblinde gerandomiseerde placebogecontroleerde studie bij eerstelijnspatiënten, blijkt dat bij personen met recidiverende depressie 56% binnen het jaar hervalt na het stoppen van hun antidepressivum in vergelijking met een herval van 39% bij patiënten die hun antidepressivum verderzetten (wat neerkomt op een NNH van 6 voor stoppen). De studieresultaten zijn niet volledig extrapoleerbaar naar de huisartspraktijk omdat de meeste langdurige gebruikers van antidepressiva in de eerste lijn slechts één of zelfs geen vroegere depressie doormaakte, in tegenstelling tot de hoge recidiefkans in de studiepopulatie. Over het stoppen van antidepressiva is er nood aan studies bij patiënten met lichtere depressieve beelden, alsook over het effect van tragere afbouwschema’s.

Deze systematische review met meta-analyse van de Cochrane Collaboration toont dat er bij 50-plussers bij wie antihypertensiva werden voorgeschreven voor de behandeling van arteriële hypertensie of voor de primaire preventie van hart- en vaatziekten en bij wie de arteriële bloeddruk onder controle is, geen statistisch significant verschil bestaat tussen stopzetting van een antihypertensieve behandeling en de voortzetting ervan op het gebied van totale mortaliteit en het optreden van een myocardinfarct. De kwaliteit van het bewijs, door de auteurs als laag tot zeer laag beschouwd, noopt ons tot het nuanceren van de impact van deze studie op de praktijkvoering. De auteurs zijn zelf van mening dat er geen definitieve conclusies getrokken kunnen worden.

Vroegtijdige interventieprogramma’s effectief bij vroege psychose?

Catthoor K.

Minerva 2019 Vol 18 nummer 6 pagina 66 - 69


Deze systematische review met meta-analyse van goede methodologische kwaliteit toont aan dat een vroegtijdige multimodale interventie bij personen met een vroege psychose op vlak van klinisch relevante uitkomstmaten zoals stopzetting van behandeling, psychiatrische opname, school- en jobparticipatie, symptoomverbetering en globaal functioneren superieur is in vergelijking met gebruikelijke zorg. Het is niet duidelijk bij welke patiënten precies en voor welke componenten, met inbegrip van hun duur en intensiteit, de beste resultaten te verwachten zijn.

Inhalatiecorticosteroïden kunnen bij patiënten met matig COPD zonder frequente exacerbaties en behandeld met een triple therapie bestaande uit LAMA/LABA/ICS op een veilige manier zonder klinisch relevante daling van de longfunctie en zonder toename van het aantal exacerbaties gestopt worden. Een subgroepanalyse suggereert dat het risico van exacerbaties wel zou kunnen toenemen bij patiënten met verhoogde eosinofilie. Hoe dit in de praktijk geïmplementeerd zou kunnen worden, is nog erg onduidelijk.

Desmopressine als behandeling voor nycturie bij mannen?

Vanneste M.

Minerva 2019 Vol 18 nummer 2 pagina 18 - 23


Deze systematische review en meta-analyse toont aan dat desmopressine in vergelijking met placebo op middellange maar niet op korte termijn het aantal nachtelijke micties vermindert zonder toename in ongewenste effecten bij mannen met nycturie. De kwaliteit van het bewijs is echter laag tot zeer laag en de klinische relevantie van het effect is onduidelijk.

Deze systematische review en meta-analyse toont aan dat er binnen het jaar na stopzetten van antidepressiva bij patiënten met een angststoornis meer herval en sneller herval optreedt.

Is afbouw van chronisch gebruik van protonpompinhibitoren mogelijk?

Sculier J.P.

Minerva 2018 Vol 17 nummer 5 pagina 65 - 68


Deze systematische review van goede methodologische kwaliteit van de Cochrane Collaboration maar gebaseerd op studies met talrijke methodologische beperkingen, laat niet toe om bij alle patiënten met continue (>28 dagen) PPI-inname voor de behandeling van gastro-oesofageale reflux of dyspepsie, deze medicatie plots te stoppen of ‘on demand’ voor te schrijven. Deze aanpak leidt bij veel patiënten tot een tijdelijke verergering van de gastro-intestinale symptomen (dyspepsie en zure oprispingen bijvoorbeeld) en tot ontevredenheid met de behandeling.

Diagnose en behandeling van astma bij volwassenen: levenslang?

Chevalier P.

Minerva 2017 Vol 16 nummer 9 pagina 218 - 221


Deze prospectieve cohortstudie toont aan dat bij een derde van de toevallig geselecteerde volwassenen die in een stedelijk of voorstedelijk gebied van Canada wonen, die in de voorbije 5 jaar de diagnose astma kregen en die geen astmamedicatie gebruikten of bij wie de medicatie afgebouwd kon worden, de diagnose niet bevestigd kan worden op basis van strikte diagnostische criteria.

Verschillende observationele onderzoeken hebben bij COPD-patiënten een verband aangetoond tussen inhalatiecorticosteroïden en een verhoogd relatief risico van pneumonie. De hier besproken observationele studie is methodologisch correct opgezet en de resultaten wijzen op een associatie tussen het stopzetten van inhalatiecorticosteroïden en de vermindering van het relatieve risico van pneumonie. Dit kan clinici aanzetten om meer dan ooit het voorschrijven van deze molecules bij COPD-patiënten te beperken en om te wachten tot er betrouwbaar bewijs beschikbaar komt over een mogelijke gunstige balans tussen de voordelen en de risico’s van inhalatiecorticosteroïden voor bepaalde subgroepen van COPD-patiënten.

Deprescribing

Chevalier P.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 5 pagina 108 - 109


Deze studie toont aan dat een negatief resultaat van een snelle en binaire D-dimeertest, dat na 1 maand nog eens bevestigd wordt, de optie om na 3 tot 7 maanden te stoppen met de anticoagulatietherapie kan ondersteunen bij vrouwen maar niet bij mannen met een spontane VTE. De drempel van ‘aanvaardbare’ recidiefincidentie is echter gebaseerd op consensus. Het lijkt ons meer aangewezen om, afhankelijk van het recidiefrisico en van het bloedingsrisico, in overleg met de patiënt te beslissen om de anticoagulatietherapie al dan niet verder te zetten.

Deze review toont net zoals andere studies via indirect bewijs aan dat het stopzetten van anticholinerge en psychotrope medicatie bij ouderen het risico van valpartijen vermindert en een gunstig effect heeft op de cognitieve capaciteiten. Tijdens het levenseinde medicatie verminderen of stopzetten is nog weinig onderzocht en een onderbouwde conclusie is moeilijk.