Duiding


Oestrogenen voor de behandeling van urine-incontinentie bij post-menopauzale vrouwen


28 05 2013

Zorgberoepen

Duiding van
Cody JD, Jacobs ML, Richardson K, et al. Oestrogen therapy for urinary incontinence in post-menopausal women. Cochrane Database Syst Rev 2012, Issue 10.


Besluit
Deze systematische review bevestigt dat systemisch toegediende oestrogenen (met of zonder progestagenen) de urine-incontinentie verergeren, met daarbij het risico van de gekende, ernstige ongewenste effecten. De resultaten tonen aan dat intravaginaal toegediende oestrogenen mogelijk wel nuttig zijn, maar waarschijnlijk minder effectief zijn dan bekkenbodemspieroefeningen.


 


Tekst onder de verantwoordelijkheid van de Franstalige redactie

 

 

Urine-incontinentie is een frequent probleem, vooral bij post-menopauzale vrouwen (1/3 van de vrouwen na hun zestigste levensjaar heeft hier last van). Het nut van urinaire antispasmodica is al besproken in Minerva (1,2). We publiceerden in 2005 een duiding over de RCT van Hendrix et al. die het effect onderzochten van hormonale substitutietherapie (orale geconjugeerde oestrogenen bij vrouwen die een hysterectomie ondergingen of geconjugeerde oestrogenen in associatie met een progestageen) bij 23 000 postmenopauzale vrouwen (3,4). De resultaten van deze studie toonden aan dat hormonale substitutietherapie een bestaande urine-incontinentie verslechterde en de incidentie van urine-incontinentie verhoogde. Minerva besloot toen dat het potentiële effect van andere soorten oestrogenen of toediening via systemische of een andere weg bij verschillende types van incontinentie, vastgesteld aan de hand van een urodynamisch onderzoek, nog moet worden onderzocht.

Een systematische review van de Cochrane Collaboration in 2012 kaart deze onderzoeksvraag aan (5). De methodologie is nauwkeurig en goed omschreven. De auteurs groepeerden de resultaten van 34 gecontroleerde, gerandomiseerde of quasi-gerandomiseerde studies over de werkzaamheid van oestrogenen bij 19 676 post-menopauzale vrouwen (9 599 vrouwen in de oestrogeengroep waarvan de toediening bij 1 464 vrouwen vaginaal gebeurde). Ze onderzochten de volgende oestrogenen: systemische of lokale toediening van estradiol, estriol of geconjugeerde oestrogenen, en systemische toediening van quinestradiol, piperazine estron sulfaat of een associatie van estradiol met estriol.

In vergelijking met placebo verergerde de incontinentie bij systemische toediening: RR 1,32; 95% BI van 1,17 tot 1,48. De hierboven vermelde studie van Hendrix et al. (met geconjugeerde oestrogenen) heeft dit resultaat sterk beïnvloed. De associatie van een oestrogeen met een progestageen leidde tot een gelijkaardige verslechtering: RR 1,11; 95% BI van 1,04 tot 1,18. De auteurs wijzen ook nog eens op het verhoogde risico van borstkanker en endometriumkanker bij het gebruik van oestroprogestagenen.

De vaginale toediening van oestrogenen (crème, pessarium) leidde evenwel tot een verbetering van de urine-incontinentie: RR 0,74; 95% BI van 0,64 tot 0,86. Bij deze toedieningsweg hadden de vrouwen 1 tot 2 keer minder urineverlies per 24 uur en verminderde de frequentie en de aandrang van de mictie. Er zijn geen ernstige ongewenste effecten gemeld; sommige vrouwen hadden last van spotting, mastodynie of nausea. In een kleine studie hadden bekkenbodemspieroefeningen meer effect dan lokale oestrogenen: RR 2,30; 95 % BI van 1,50 tot 3,52.

 

Besluit

Deze systematische review bevestigt dat systemisch toegediende oestrogenen (met of zonder progestagenen) de urine-incontinentie verergeren, met daarbij het risico van de gekende, ernstige ongewenste effecten. De resultaten tonen aan dat intravaginaal toegediende oestrogenen mogelijk wel nuttig zijn, maar waarschijnlijk minder effectief zijn dan bekkenbodemspieroefeningen.

 

 

Referenties

  1. Shamliyan T, Wyman JF, Ramakrishnan R, et al. Systematic review: benefits and harms of pharmacologic treatment for urinary incontinence in women. Ann Intern Med 2012;156:861-74.
  2. Chevalier P. Urge-incontinentie: wat is het nut van urinaire spasmolytica? Minerva 2012;11(9);106-7.
  3. Chevalier P. Hormonale substitutie: niet effectief bij urinaire incontinentie? Minerva 2005;4(7):108-10.
  4. Hendrix S, Cochrane B, Nygaard I et al. Effects of estrogen with and without progestin on urinary incontinence. JAMA 2005;293:935-48.
  5. Cody JD, Jacobs ML, Richardson K, et al. Oestrogen therapy for urinary incontinence in post-menopausal women. Cochrane Database Syst Rev 2012, Issue 10.
Oestrogenen voor de behandeling van urine-incontinentie bij post-menopauzale vrouwen



Commentaar

Commentaar