Duiding


Antipsychotica en dementie: neemt de cognitieve achteruitgang sneller toe?


28 01 2012

Zorgberoepen

Duiding van
Vigen CL, Mack WJ, Keefe RS, et al. Cognitive effects of atypical antipsychotic medications in patients with Alzheimer’s disease: outcomes from CATIE-AD. Am J Psychiatry 2011;168:831-9.


Besluit
Uit deze nieuwe analyse van de resultaten van de CATIE-studie blijkt dat de toediening van atypische antipsychotica gedurende minstens twee weken de cognitieve achteruitgang versnelt bij patiënten met de ziekte van Alzheimer en met psychose, agitatie of agressie... zonder globale klinische verbetering in vergelijking met placebo.



 

Het nut en de veiligheid van antipsychotica bij patiënten met dementie kwam reeds herhaaldelijk ter sprake in Minerva. Hun werkzaamheid bij ouderen met dementie is in het beste geval beperkt (1). Een retrospectieve studie toonde aan dat er op korte termijn voor alle antipsychotica een risico bestaat van CVA of van andere ernstige ongewenste effecten (heupfractuur, extrapiramidale effecten) en van overlijden (2,3).

Schneider et al. stelden in een meta-analyse vast dat na zes tot twaalf maanden behandeling het mortaliteitsrisico toenam met 1% (4). Een RCT (2009) met een langere follow-up bevestigde dat ouderen met de ziekte van Alzheimer meer kans hebben om vroeger te sterven wanneer ze antipsychotica toegediend krijgen (5,6).

De CATIE-AD-studie includeerde 421 ambulante patiënten met de ziekte van Alzheimer en met een psychose, agressie of agitatie (7). Deze patiënten (46% mannen, gemiddelde leeftijd van 77,6 jaar) kregen de gebruikelijke zorg en 64% nam cholinesterase-inhibitoren tijdens de 36 weken durende studie. Er was geen significante verbetering met olanzapine, quetiapine of risperidon op het vlak van CGIC-score (Clinical Global Impression of Change) (p=0,22 versus placebo). De ongewenste effecten leidden in de actieve interventiegroep vaker tot het stopzetten van de behandeling (p=0,009 versus placebo).

In 2011 publiceerden deze auteurs een nieuwe analyse van de CATIE-AD-studie, waarin ze de evolutie van het cognitieve functioneren evalueerden over 36 weken (8). Hiervoor gebruikten ze verschillende vragenlijsten en scores en excludeerden ze de resultaten van de dagen waarop de verzorgenden oordeelden dat hun patiënt gesedeerd was. In de totale patiëntengroep stelde men een significante progressieve verslechtering vast van de meeste cognitieve functies, met een vermindering op de MMSE-score van 2,4 punten en een vermindering op de Alzheimer’s Disease Assessment Scale van 4,4 punten. De verandering in cognitief functioneren verschilde niet naargelang de initiële MMSE-score (<19 of ≥19). Bij de patiënten die een antipsychoticum hadden gekregen was de achteruitgang op het vlak van cognitief functioneren groter dan in de placebogroep: verergering met gemiddeld 2,46 punten, een statistisch significant (p=0,004) en klinisch relevant verschil. Dat betekent dat wanneer men gedurende twee weken een antipsychoticum toedient aan patiënten met de ziekte van Altzheimer van wie twee derde een cholinesteraseremmer inneemt, men een achteruitgang van de cognitieve functie uitlokt die overeenkomt met een spontane evolutie van één jaar..

 

Besluit

Uit deze nieuwe analyse van de resultaten van de CATIE-studie blijkt dat de toediening van atypische antipsychotica gedurende minstens twee weken de cognitieve achteruitgang versnelt bij patiënten met de ziekte van Alzheimer en met psychose, agitatie of agressie... zonder globale klinische  verbetering in vergelijking met placebo.  

 

Referenties

  1. De Paepe P, Petrovic M. Medicamenteuze behandeling van neuropsychiatrische symptomen bij dementie. Minerva 2006;5(1):7-10.
  2. Rochon PA, Normand SL, Gomes T, et al. Antipsychotic therapy and short-term serious events in older adults with dementia. Arch Intern Med 2008;168:1090-6.
  3. Chevalier P. Antipsychotica bij dementie. Minerva 2009; 8(3):39.
  4. Schneider LS, Dagerman KS, Insel P. Risk of death with atypical antipsychotic drug treatment for dementia: meta-analysis of randomized placebo-controlled trials. JAMA 2005;294:1934-43.
  5. Ballard C, Hanney ML, Theodoulou M, et al; DART-AD investigators. The dementia antipsychotic withdrawal trial (DART-AD): long-term follow-up of a randomised placebo-controlled trial. Lancet Neurol 2009;8:151-7.
  6. Chevalier P. Ziekte van Alzheimer: antipsychotica en mortaliteitsrisico. Minerva 2009:8(7):102.
  7. Schneider LS, Tariot PN, Dagerman KS, et al; CATIE-AD Study Group. Effectiveness of atypical antipsychotic drugs in patients with Alzheimer’s disease. N Engl J Med 2006;355:1525-38.
  8. Vigen CL, Mack WJ, Keefe RS, et al. Cognitive effects of atypical antipsychotic medications in patients with Alzheimer’s disease: outcomes from CATIE-AD. Am J Psychiatry 2011;168:831-9.
Antipsychotica en dementie: neemt de cognitieve achteruitgang sneller toe?

Auteurs

Chevalier P.
médecin généraliste
COI :

Woordenlijst

Codering





Commentaar

Commentaar