Duiding


Apothekers die therapietrouw voor antihypertensiva bevorderen: een gemengd resultaat


15 10 2015

Zorgberoepen

Duiding van
Stewart K, George J, Mc Namara KP, et al. A multifaceted pharmacist intervention to improve antihypertensive adherence: a cluster-randomised, controlled clinical trial (HAPPy trial). J Clin Pharm Ther 2014;39:527-34.


Besluit
Uit deze studie blijkt dat een uitgebreide door de apotheker uitgevoerde interventie om therapietrouw bij patiënten met hypertensie te bevorderen (waaronder thuisbloeddrukmeting) leidt tot een toename in zelfgerapporteerde therapietrouw voor antihypertensiva. Deze toename was echter statistisch niet significant verschillend met een groep patiënten die de gewone zorg kreeg. Mogelijks is dit het gevolg van te weinig power. De daling in systolische bloeddruk was wel statistisch significant groter in de interventiegroep.


 

In Minerva kwamen we reeds tot de conclusie dat een beperkte therapietrouw voor antihypertensiva het klinisch resultaat van de behandeling negatief beïnvloedt (1). Anderzijds toonde cohortonderzoek aan dat therapietrouw het risico op cardiovasculaire accidenten reduceert (2). Ander observationeel onderzoek toonde ook aan dat 50% van de patiënten na één jaar de inname van een voorgeschreven antihypertensivum stopt (3). Uit een RCT besproken in Minerva bleek dat de opvolging van de bloeddrukbehandeling met thuisbloeddrukmeting mogelijks een positieve invloed heeft op bloeddrukcontrole bij mannelijke patiënten met ongecontroleerde hypertensie, maar het effect op therapietrouw werd niet gemeten (4,5). Volgens de richtlijn van Domus Medica spelen apothekers (en verpleegkundigen) een belangrijke rol in programma’s om therapietrouw te versterken (6).

Onlangs voerden Australische onderzoekers een prospectieve, open-label, cluster-gerandomiseerde, gecontroleerde klinische studie uit met 55 apotheken die elk minstens 40 patiënten ouder dan 18 jaar met hypertensie (bevestigd door de huisarts) konden rekruteren (7). Een software applicatie spoorde patiënten op die tijdens de voorbije zes maanden antihypertensiva voorgeschreven kregen maar deze medicatie niet op regelmatige tijdstippen kwamen afhalen. De patiënten in de interventiegroep (n=207 patiënten uit 29 apotheken) kregen een bloeddrukmeter en instructies van de apotheker om het toestel te gebruiken. Via een motivationeel interview en educatie trachtte de apotheker om de therapietrouw te verbeteren en de streefbloeddruk te bereiken. Met medicatiereview werd bloeddrukverhogende medicatie opgespoord en indien nodig geschrapt. Gebruikmakend van de medicatiehistoriek kregen patiënten een herinnering toegestuurd (via sms, e-mail of telefoon) om tijdig een nieuwe verpakking af te halen. De controlegroep (n=188 patiënten uit 26 apotheken) kreeg verder gewone zorg.

Na 6 maanden was het aantal patiënten dat zichzelf therapietrouw scoorde op een zelf in te vullen scorelijst toegenomen in beide groepen (van 57,2% naar 63,6% in de controlegroep (p=0,1) en van 60,0% naar 73,3% in de interventiegroep (p=0,003)). Tussen beide groepen was er echter geen statistisch significant verschil in toename van therapietrouw ten opzichte van de beginwaarde (verschil van 7,1% met 95% BI tussen -4,6% en 18,9%). Het is niet duidelijk waarom men het verschil in toename en niet het verschil in eindwaarde tussen beide groepen vergeleek. Nochtans was er geen statistisch significant verschil in beginwaarde tussen beide groepen. Bij de berekening van de grootte van de studiepopulatie hielden de auteurs alleen rekening met een toename van therapietrouw binnen de groepen. Daardoor is het dus mogelijk dat de studie te weinig power had om het klinisch relevantere verschil tussen de groepen aan te tonen (8). Ook een verschil in uitval tussen de interventiegroep (n=29) en de controlegroep (N=12) kan de intention to treat-analyse vertekend hebben. Subgroepanalyse toonde wel een grotere toename in zelfgerapporteerde therapietrouw aan voor patiënten in de interventiegroep die bij inclusie niet therapietrouw waren en al dan niet boven de streefbloeddruk zaten. Het is enigszins eigenaardig dat de beoordeling van therapietrouw aan de patiënten werd overgelaten. In Australië bevatten verpakkingen van antihypertensiva maximaal 30 doses waardoor patiënten dus maandelijks moeten terugkeren naar hun apotheek. Alle apothekers beschikken bovendien over gestandaardiseerde software om medicatie af te leveren.

In tegenstelling tot het uitblijven van een statistisch significant verschil in therapietrouw was de systolische bloeddruk wel statistisch significant meer gedaald in de interventiegroep (van 140,1 mmHg naar 135,3 mmHg in de controlegroep (p=0,01) en van 141,9 mmHg naar 131,7 mmHg in de interventiegroep (p<0,001) met een verschil in daling van 5,3 met 95% BI van 0,0 tot 10,6; p=0,05 tussen beide groepen).

 

Besluit

Uit deze studie blijkt dat een uitgebreide door de apotheker uitgevoerde interventie om therapietrouw bij patiënten met hypertensie te bevorderen (waaronder thuisbloeddrukmeting) leidt tot een toename in zelfgerapporteerde therapietrouw voor antihypertensiva. Deze toename was echter statistisch niet significant verschillend met een groep patiënten die de gewone zorg kreeg. Mogelijks is dit het gevolg van te weinig power. De daling in systolische bloeddruk was wel statistisch significant groter in de interventiegroep.

 

 

Referenties 

  1. De Cort P, Laurys I. Antihypertensiva: invloed van therapietrouw op morbiditeit. Minerva online 28/04/2011.
  2. Nelson MR, Reid CM, Ryan P, et al. Self-reported adherence with medication and cardiovascular disease outcomes in the Second Australian National Blood Pressure Study (ANBP2). Med J Aust 2006;185:487-9.
  3. Vrijens B, Vincze G, Kristanto P, et al. Adherence to prescribed antihypertensive drug treatments: longitudinal study of electronically compiled dosing histories. BMJ 2008;336:1114-7.
  4. Godwin M, Lam M, Birtwhistle R, et al. A primary care pragmatic cluster randomized trial of the use of home blood pressure monitoring on blood pressure levels in hypertensive patients with above target blood pressure. Fam Pract 2010;27:135-42.
  5. De Cort P. Effect van regelmatige thuisbloeddrukmeting op bloeddrukcontrole. Minerva 2011;10(2):15-6.
  6. De Cort P, Christiaens T, Philips H, et al. Hypertensie. Herziene aanbeveling. Domus Medica. Gevalideerd door CEBAM in oktober 2009 (geraadpleegd op 15 juli 2015).
  7. Stewart K, George J, Mc Namara KP, et al. A multifaceted pharmacist intervention to improve antihypertensive adherence: a cluster-randomised, controlled clinical trial (HAPPy trial). J Clin Pharm Ther 2014;39:527-34.
  8. Chevalier P. Hoe studie-armen correct met elkaar vergelijken? Minerva 2011;10(9):116.

 

 


Auteurs

Laekeman G.
em. Klinische Farmacologie en Farmacotherapie, KU Leuven
COI :

Woordenlijst

Codering





Commentaar

Commentaar